Wat is een recht van opstal
Het recht van opstal is een recht om in, op of boven een onroerende zaak van een andere persoon gebouwen, werken of beplantingen in eigendom te hebben.
Simpelweg: u heeft een grond en de vennootschap wil bouwen. U geeft het recht aan de vennootschap om op uw grond gebouwen neer te zetten. Het recht van opstal kan maximum 50 jaar zijn, en is verlengbaar.
Wat na afloop van het recht van opstal
Een bestuurder kan zijn vennootschap een recht van opstal geven om op zijn grond een gebouw te bouwen. Na verloop van het recht van opstal komt het gebouwde goed toe aan de eigenaar van de grond. Geweldig op het eerste zicht. In dit geval zou de bestuurder dus het gebouwde goed “gratis” verwerven. Uiteraard is “gratis” geen begrip in het woordenboek van de fiscus.
Rechtbank bevestigt visie fiscus
De fiscus gaat dit voordeel aanschouwen als een belastbaar voordeel alle aard. In de recente rechtspraak wordt gelijk gegeven aan de visie van de fiscus.
De rechtbank verwerpt het verval van het aanslagrecht in. In dit vonnis werd het recht van opstal afgesloten in 1985, waardoor de belastingplichtige van mening was dat men in 1985 het voordeel had moeten belasten. Dit is niet correct vindt de rechtbank, pas op het einde van de looptijd wordt het voordeel verkregen. De rechtbank is wel duidelijk in haar onderscheid tussen deze zaak en mogelijke andere constructie. Het is dus zowel de visie van de rechtbank als de modaliteiten van de opstalovereenkomst die dienen te worden bekeken.
We dienen wel te benadrukken dat beide bedrijfsleiders in de uitspraak van de rechtbank, dezelfde waren die in 1985 het recht hebben afgesloten. Hieronder zetten we enkele bevestigingen van zowel de fiscus als rechtbank uiteen.
Looptijd
Interessant is de uitspraak van de fiscus over het recht van opstal. De fiscus betwist niet dat de looptijd van 25 jaar als normaal kan worden beschouwd.
Wie is de opstalhouder
Daarnaast is de partij aan wie het recht wordt verleend ook bepalend. In dit geval was het overduidelijk dat de opstalhouder bereid zou zijn geweest om dezelfde overeenkomst te sluiten met een derde en dat deze derde de gebouwen na de looptijd zou verkrijgen. Er is dus geen sprake van een transactie aan de modaliteiten “at arms lenght”.
Voordeel alle aard en verband beroepswerkzaamheden
Deze rechtspraak is een mooi bewijs van de relatie tussen het oorzakelijk verband tussen de voordelen alle aard en de uitoefening van de beroepswerkzaamheden., wat heel gemakkelijk bewezen wordt. Zonder het verband met de beroepswerkzaamheden zou een voordeel volledig ondenkbaar zijn.
Bewijs voor de fiscalist
Een recht van opstal, zo geweldig interessant is het niet. Dat is het volgens ons ook nooit geweest. Er zijn veel optimalere formules van eigendomsrecht om fiscaal interessant zaken uit de vennootschap te halen. Een gezond evenwicht is wat wij nastreven!